Houtaantasters kan men indelen in twee groepen, nathoutboorders en drooghoutboorders.
Nathoutboorders:
Nathoutboorders leven alleen in bomen die nog op stam staan, dus bomen in het bos. Deze kevers sterven enige tijd nadat een boom gekapt is of komen niet verder tot ontwikkeling en vormen zodoende ook geen gevaar voor onze gebouwen. Wel worden ze af en toe mee naar binnen genomen met het brandhout voor onze openhaard of houtkachel. Meestal gaat het dan om de veranderlijke boktor, een oranje kever.
Drooghoutboorders:
Drooghoutboorder daarentegen veroorzaken wel degelijk schade aan onze houten constructies. Deze houtworm kunnen een constructie van een kap zo danig verzwakken dat deze kan instorten. Onze experts hebben menig maal een muurplaat aangetroffen die vervangen moest worden, wat behoorlijk wat kosten met zich mee bracht.
Een van de meest voorkomende is de gewone houtworm (Anobium Punctatum), deze kever veroorzaakt niet de schade, maar de larven ervan. De voorkeur van deze larven gaat voornamelijk uit naar naaldhout (Spinthout hiervan). Vooral het ronde gewaterde dennenhout van oude woningen en schuren geniet de voorkeur, maar ook nieuw ongeschilderde delen hout triplex, en ander vuren en grenen hout.
Ook de Huisboktor (Hylotrupes bajulus) is een agressieve soort voor houtconstructies. Wat hogere temperaturen en luchtvochtigheid zijn ideale omstandigheden voor deze kever, waarvan ook weer de larven de schade veroorzaken. Vooral in een zomer met mooi weer zijn de larven duidelijk hoorbaar. Laat je dit op zijn beloop en wordt hier niets aan gedaan, dan zullen er ernstige constructieve problemen ontstaan.
Het meest agressief is echter de larve van de Bonte knaagkever (Xestobium rufovillosum), ook wel de grote houtworm genoemd. Als de larve zich verpopt in het hout knaagt de kever zich naar buiten. De voorkeur van de grote houtworm gaat uit naar eiken hout en dan ook voornamelijk het spinthout. Ook worden wel andere houtsoorten die in de nabijheid zijn aangetast. Er wordt soms zelfs door lood geknaagd. De larve veroorzaakt voornamelijk zeer ernstige schade aan vooral monumentale gebouwen en eiken kapconstructies, zodat deze geen draagkracht of stevigheid meer bezitten.